De stoïcijnse blik 6 minuten lezen

Waarom banken te weinig rendement bieden.

Uw geld stallen op een spaar­re­ke­ning bij een bank lijkt heel ver­stan­dig. Maar de kre­diet­cri­sis van 2008, het recente fail­lis­se­ment van de Silicon Valley Bank en de situatie rondom Credit Suisse tonen aan dat er toch wel degelijk risico’s bestaan. In dit blog leggen we uit wat er in beide situ­a­ties is gebeurd. U ontdekt daarmee wat het inhe­rente risico is van het ver­dien­mo­del van een bank en dat het eigen­lijk best vreemd is dat u daar niet voor wordt beloond’ in de vorm van een mooi ren­de­ment op uw spaar­geld. Maar we ver­tel­len u ook dat er een heel goed alternatief is. 

Laten we beginnen met een ver­sim­peld, maar afdoende begrip van het bedrijfs­mo­del van een bank. De bezit­tin­gen’ van een bank bestaan grofweg voor 20% uit cash geld (dat men stalt bij de Centrale Bank), voor 70% uit hypo­the­ken en leningen (die men aan bedrij­ven en con­su­men­ten verleent) en voor 10% uit overige bezit­tin­gen (zoals vastgoed en belangen in andere onder­ne­min­gen). Deze bezit­tin­gen zijn gefi­nan­cierd met geld dat de bank voor het grootste deel (zo’n 65%) ophaalt’ bij u als spaarder. Daar­naast wordt zo’n 28% van de bezit­tin­gen gefi­nan­cierd met behulp van kort- en lang­lo­pende leningen en de res­te­rende 7% wordt gefi­nan­cierd uit eigen vermogen. Het ver­dien­mo­del van de bank zit m in het verschil in rente die u als spaarder (dus: als leve­ran­cier van het geld’) ontvangt en de rente die men in rekening brengt aan de mensen en bedrij­ven aan wie men leningen ver­schaft. In dit tra­di­ti­o­nele bancaire ver­dien­mo­del zitten inherent risico’s:

Risico 1: bezit­tin­gen van de bank die snel fors in waarde dalen.
Dit is precies wat er in 2008 is gebeurd. Een groot deel van de bezit­tin­gen’ van de banken (dus de ver­strekte hypo­the­ken en leningen) bleken van een (hele) slechte kwa­li­teit te zijn: met name de ver­strekte hypo­the­ken waren zoge­naamde rom­mel­hy­po­the­ken”. Toen ver­vol­gens de economie in een zware crisis belandde bleken ook andere bezit­tin­gen snel in waarde te dalen. Het ver­trou­wen in de economie zakte weg, waardoor spaar­ders massaal hun geld dreigden weg te halen bij de banken: de beroemde bank run’. Om dat geld te kunnen leveren, moesten de banken hun bezit­tin­gen (onder andere die rom­mel­hy­po­the­ken dus) verkopen, maar dan met een fors verlies, waardoor fail­lis­se­ment onafwendbaar werd.

Het probleem was dat alle banken in het­zelfde schuitje zaten en er dus geen veilige bank meer was. Er was nog maar één veilige plek waar mensen hun spaar­geld konden stallen en dat was bij de overheid: door kort­lo­pende staats­obli­ga­ties te kopen. Mensen met kennis van zaken deden dit dan ook massaal. Maar het grote publiek bleef in paniek achter, waardoor de Centrale Banken zich genood­zaakt zagen de banken te steunen: ener­zijds door de banken cash te ver­schaf­fen die ze waren kwijt­ge­raakt door de weg­vloei­ende spaar­gel­den en ander­zijds door bezit­tin­gen van banken over te nemen om een uit­ver­koop tegen te gaan. Op die manier zijn de fail­lis­se­men­ten van de banken afgewend, want dat zou eco­no­misch pas een echte ramp zijn geweest.

Risico 2: spaar­ders krijgen te weinig rente op hun spaar­geld en zoeken naar alter­na­tie­ven.
Dit is wat er recen­te­lijk is gebeurd bij onder andere de Silicon Valley Bank. We hebben een zeer lange periode met zeer lage (en zelfs nega­tieve) rentes achter de rug. Dit betekent dat banken bezit­tin­gen’ hebben (lees: ver­strekte leningen en hypo­the­ken) waar ze een lage ren­te­ver­goe­ding op ont­van­gen. Echter, doordat ze ook op de schulden (dus onder andere uw spaar­geld) lage rentes geven, pakt het verschil nog altijd uit in het voordeel van de bank. 

Echter, dat spaar­geld waarop u een lage rente krijgt, vormt hier het probleem. En dat zit zo: de spaar­rente die u van een bank ontvangt is in principe geba­seerd op het feit dat mensen hun geld op elk moment van de dag kunnen terug­vor­de­ren. Deze zoge­naamde dagrente’ is altijd fors lager dan wanneer u aangeeft dat u uw geld voor een lange tijd kunt missen en dus niet zult opnemen. 

In 2021 hebben de Centrale Banken echter besloten om de dagrente fors te verhogen om de inflatie te beteu­ge­len. In 1 jaar tijd is die rente met meer dan 3% gestegen. Het idee daar­ach­ter is dat banken hun geld tegen een mooie rente bij de Centrale Bank kunnen onder­bren­gen, waardoor ze minder geneigd zijn om dat geld uit te lenen aan bedrij­ven en par­ti­cu­lie­ren. Die hebben daarmee minder te besteden en dit remt inflatie af, die immers ver­oor­zaakt wordt door een oververhitte vraag.

De banken zelf ont­van­gen dus een mooie rente over het geld dat men onder­brengt bij de Centrale Bank. Maar de rente die banken geven op uw spaar­geld is niet met dit tempo mee­ge­ste­gen. Deze steeg het afge­lo­pen jaar maar minimaal, van ‑0,50% naar 0,50% (noot: sommige onli­ne­ban­ken bieden inmid­dels wel al 1% tot 2% en ook de groot­ban­ken bieden deze tarieven voor zoge­naamde deposito’s, maar dan moeten de gelden dus langer worden vastgezet).

Waarom verhogen de banken de spaar­rente niet veel forser? De belang­rijk­ste reden waarom ze dit niet doen is het feit dat ze op hun bezit­tin­gen (die voor langere tijd vast­staan, gemid­deld 3 à 4 jaar) eerder een veel lagere rente hebben afge­spro­ken. Als ze nu meer moeten gaan betalen over spaar­gel­den, dan dat ze ont­van­gen over hun bezit­tin­gen, lopen de ver­lie­zen direct fors op. Dat gaat dus niet. Echter, spaar­ders rea­li­se­ren zich nu dat ze erbar­me­lijke ren­de­men­ten krijgen ver­ge­le­ken met de rente die de Centrale Bank hanteert. Dus gaan ze hun geld opnemen om elders onder te brengen, bij­voor­beeld in staats­obli­ga­ties, waarop de rente veel hoger is. Zo ontstaat er wederom een bank run’ en moet de Centrale Bank ingrijpen. 

Het grote probleem bij zowel de situatie in 2008 als de recente situatie is het simpele feit dat spaar­ders nooit wordt gevraagd wanneer ze hun geld weer terug willen. Een spaarder kan het geld op elk moment van de dag opvragen en krijgt daarvoor dus een (hele) lage ver­goe­ding. Maar onder­tus­sen wordt onge­vraagd een groot deel van het geld voor langere tijd uit­ge­leend en ontvangt de bank daarop een veel hogere ver­goe­ding (in het recente geval wordt het geld onder­ge­bracht bij de Centrale Bank, die 3% rente geeft). En als de spaarder dan bij het geld wil of de reeds uit­ge­leende gelden fors in waarde dalen, dan ontstaat er een groot probleem en moeten centrale banken keer op keer ingrijpen.

Het antwoord op dit probleem is heel simpel. Start als spaarder uw eigen bank’.
Hoe? Heel een­vou­dig: open een beleg­gings­re­ke­ning bij een onaf­han­ke­lijke beheer­der (u kunt ons bij­voor­beeld inscha­ke­len) en stal daar alle liquide middelen op. Ver­vol­gens maakt u een planning wanneer u welk gedeelte van uw geld u weer nodig heeft om een uitgave te doen: u moet gaan denken in looptijden. 

Een voor­beeld: beleggen in aandelen is zeer risi­co­vol op de korte termijn. Maar als u meer dan 10 jaar de tijd heeft, dan bewijst de historie dat nagenoeg elke crash is hersteld. Weg risico. Geld dat u langer kunt missen belegt u dus sim­pel­weg in aandelen. Maar dan wel alle aandelen wereld­wijd: zo spreidt u alle risico’s die u met afzon­der­lijke aandelen loopt en volgt u sim­pel­weg de wereld­eco­no­mie die tot op heden altijd is gegroeid. Belang­rijk: tus­sen­tijds doet u helemaal niets, qua aan­de­len­han­del. Dan het geld waarvan u weet dat u dat eerder nodig heeft dan 10 jaar, of waarvan u niet precies weet wanneer u het nodig heeft: dat belegt u in de meest veilige staats­obli­ga­ties. Op deze manier haalt u als spaarder’ het maximale ren­de­ment. Simpel toch? 

Fei­te­lijk bent u natuur­lijk een belegger, maar omdat u verder niks doet qua handelen, vinden we het eerlijk gezegd bijna op sparen lijken. U moet alleen wel sto­ï­cijns blijven zitten in uw aandelen en obli­ga­ties, ook als bij­voor­beeld de beurs hard onderuit gaat. Beter kijkt u gewoon­weg helemaal niet op uw beleg­gings­re­ke­ning. U kijkt toch ook niet elke dag op uw spaar­re­ke­ning, om te kijken of het geld er nog wel staat? 

Maar als iedereen dit doet gaat er geen geld meer naar de reële economie?
Stel dat iedereen op de door ons voor­ge­stelde manier gaat sparen’ (wat dus eigen­lijk beleggen is), dan ontvangt de bank dus geen spaar­geld meer. En dus kan de bank dat niet uitlenen aan mensen en bedrij­ven. Dat zou niet goed zijn voor de economie. Maar daar komt nu de échte rol van de bank om de hoek kijken. 

Een voor­beeld: stel dat mensen geld willen lenen om een huis te kopen en daar 4,50% rente voor willen betalen. Dan kan een bank vast genoeg spaar­ders vinden die bereid zijn om voor bij­voor­beeld 3,50% rente het geld voor deze hypo­theek beschik­baar te stellen, waarbij ze dus tekenen voor het feit dat ze dat geld voor langere tijd kwijt’ zijn. Deze 3,50% is een mooi ren­de­ment en de bank verdient hier zelf nog steeds 1% op. Banken moeten gewoon beginnen met het uit­vra­gen van loop­tij­den. Zo kunnen ze spaar­ders wél een goed ren­de­ment bieden en is het risico op een zoge­naamde bank run’ volledig verdwenen.

Vraag nu een beleggingsvoorstel aan

Ontdek onze visie en blijf op de hoogte van onze rendementen.

Neem nu een abonnement op onze maandelijkse nieuwsbrief: daarin ontdekt u onze stoïcijnse visie op actuele beleggingszaken en we delen elke maand onze rendementen met u. Zo ontdekt u zelf dat Stoic niet alleen goed is voor uw gemoedsrust, maar vooral ook voor uw geld.

Bedankt, uw aanmelding is verwerkt.

Waar kunnen we u mee helpen?

Bedankt voor uw vraag.

We hebben uw vraag ontvangen en komen zo snel mogelijk bij u terug.